Stap 1

Verwijder het vlies. Dit wordt heel erg taai als je het niet weg haalt. Steek een schroevendraaier of bot mes onder het vlies (bij het bot) en wrik het los. Probeer je vingers er goed onder te krijgen zodat je het vlies in 1 x eraf kunt trekken. Trek het daarna los. Een dun laagje mag achterblijven, dit houdt het bot aan het vlees.

Stap 2

Snijdt al het overtollige vet weg. Vooral het harde witte vet voegt weinig toe aan de smaak. Een klein deel mag hier en daar blijven zitten. Je hoeft niet tussen het vlees te snijden, alleen oppervlakkig. Intramusculair vet is prima, dat maakt het vlees juist mals.

Maak een mengsel van 3 delen peper en 1 deel zout. Wrijf het vlees goed in, alleen de bovenkant en de zijkanten.

Stap 3

Verwarm de bbq tot 115 graden indirect, voeg wat rookhout toe en leg de beef ribs op het rooster. Als rookhout kun je eiken gebruiken of hickory. Hickory is een soort walnotenhout. Als je minder rooksmaak wilt kun je ook kersenhout gebruiken.

Stap 4

Laat de beef ribs een uurtje of 6 met rust. Heel stiekem mag je af en toe even spieken, maar doe dit heel kort. De temperatuur daalt direct en dat doet de garing geen goed.

Stap 5

Na ongeveer 6 uur kun je de kerntemperatuur checken. Mik op minimaal 90 graden. Tijdens het meten moet de thermometer makkelijk in het vlees gaan, dan is het gaar genoeg. In Amerika zeggen ze: “Probing should feel like putting a knife in warm butter.”

Snijdt langs de botten en serveer met het bot nog aan het vlees.